maandag 13 augustus 2018

Zweedse Zomers! DEEL 2


We rijden de boot af in het kustplaatsje Varberg. Even tanken (katching!) en door naar bestemming 1; een kleine camping aan het meer Bolmen, in the middle of nowhere. Als we bij de tank wegrijden en een rotonde nemen met de Sunrise kijkt mijn man in de zijspiegel.
Benzine gutst uit de tank.

Wij worden nog wel eens als chaotisch bestempeld. Zelf zeg ik liever dat we een sterke aanleg hebben voor avontuur en vertrouwen in de mensheid. Anyways, nádat we zijn omgekeerd en de tankdop hebben opgehaald bij de benzinepomp, laten we de stad achter ons en rijden we het binnenland in.
Het is al vrij laat en de zon zakt vol prachtige kleuren naar beneden. Het land maakt direct verwachtingen waar. Glooiende, stille dennenweggetjes. Fijn, fijn!






De camping is vol, maar niemand lijkt zich druk te maken over het feit dat wij intrek nemen op iets dat ooit een tennisbaan was. Het meer is meer dan schitterend. Wat op de kaart een klein meer lijkt, is in realiteit oneindig groot en vol met de prachtigste onbewoonde eilandjes van stenen en bomen. 





De volgende ochtend spotten we een VW T2 die er nog al ‘vertrekkerig’ uitziet en toevallig op het mooiste plekje van de camping staat. Zoals een echte Hollandse vakantieganger betaamt claimen we (na hun vertrek) de plaats met handdoeken en stoelen.
Nu alleen nog even camper verplaatsen naar droomplek en laat het relaxen maar beginnen!  If only... Zoals ik al eerder vertelde, weigerde de Sunrise het starten regelmatig. Zo ook nu, aarrgghh.
Het niksen onder een boom wordt al snel vervangen door een tennisbaan die functioneert als werkplaats, bezaaid met de motorkap, gereedschap en mannenzweet.

Het euvel is iets met elektra en wordt op mysterieuze wijze verholpen. Als in: er wordt wat gerommeld aan draadjes en hij start weer.  En nu de boel toch overhoop ligt, zorgt de rood aangelopen, zwetende man er ook voor dat de motor beter wordt afgesteld, waardoor we de rest van de vakantie weer ultieme Sunrise-power hebben. Puik.

De opvolgende dagen worden gevuld met kanoën, zwemmen, dutjes doen, koken, eten en rondjes lopen. Langzaam kom ik in een Zen staat van zijn. De natuur en het ‘kleine leven’ in de camper werken helend. Ik ben snel af van mijn telefoonverslaving en moet-gedachten. Onze kleine jongen geniet ook met volle teugen van het buiten zijn. Even is het leven zoals je het altijd zou willen zien. Stil en simpel.




Het smaakt naar meer. We rijden rond door een landschap waar de ene na de andere potentiële villa Kakelbond opduikt. Zo mooi en kleurijk, deze houten huizen. Ik fotografeer en smelt, kleine David slaapt lekker in zijn autostoel op de motorkap en we genieten van het roadtrippen(en de soepellopende Sunrise).
Onderweg komen we waarschuwingsborden tegen m.b.t. het lokale wildleven; zwijnen, herten en elanden. 
Omdat we niet het geluk hebben om ze ook daadwerkerlijk te spotten, gaan we naar een ‘elk farm’. Nadat we 15 euro hebben betaald om 4 door de hitte versufte elanden hebben zien liggen bestellen we maar snel koffie en wat lekkers. Zweden moeten het blijkbaar meer hebben van hun prachtige natuur en cultuur (zoals hun ‘Fika’) dan van 'spectaculaire' toeristische trekpleisters. En dat is meer dan prima.










Alhoewel… na enkele (wederom prachtige) ritjes staan we nu aan de kust.
Daar waar de sympatieke, maar te vaak beschonken, detective Wallander de misdaad bestreed. Met Ystad als levendig en pittoresk middelpunt.
Er is een museum op de plek die ooit diende als het politiebureau in de serie. En in dat museum blijkt ook nog eens de originele kleding van Saga en Hendrik uit 'the Bridge' te hangen. De fangirl in mij raakt direct over-enthousiast en vervalt in ernstig selfie gedrag.
Dit petieterige museum bleek ook voor de andere 2 gezinsleden de moeite waard. Er is een verkleed/kostuumhoek, 2 complete filmsets (in de vorm van een circustent en een ruimteschip) én een greenscreen. Aanradertje.








Als we ook nog een echt vikingfort hebben bezocht en veel strand uurtjes hebben gemaakt, is onze Zweedse tijd op. In Denemarken wachten namelijk nog Kopenhagen én reisvriend van welleer Edward met zijn gezin op ons. Ieder nadeel heb z'n voordeel. 
Maar voor vertrek wacht ons nog de enige echte 'Bron'. Oftewel DE brug uit de gelijknamige serie. Had ik al laten vallen dat ik daar erg van hou!? Ik laat de foto’s verder vertellen. 










PS Er kwam muziek in mijn hoofd.

Echoes start as a cross in you
Trembling noises that come too soon
Spatial movement which seems to you
Resonating your mask or feud
Hollow talking and hollow girl
Force it up from the root of pain
Never said it was good, never said it was near
Shadow rises and you are here
And then you cut
You cut it out
And everything
Goes back to the beginning
Hollow Talk



zaterdag 11 augustus 2018

Zweedse Zomers? DEEL 1


Zweden. Al sinds mijn jeugd spreekt dit land tot mijn verbeelding. Natúúrlijk omdat ik in de veronderstelling was dat er daar meisjes woonden die paarden op konden tillen en zichzelf konden toespreken dat ze nu toch echt moesten gaan slapen (met hun voeten op het kussen).
Maar niet alléén Pippi lag aan de basis van mijn fascinatie.

Mijn vader moest voor zijn werk namelijk een aantal keer naar Stockholm. Hij vertelde dat het daar zo modern was en dat iedereen daar zo goed Engels sprak. Hij vloog met SAS (Scandinavian Airlines). Dat schijn ik zo fascinerend te hebben gevonden dat ik aan iedereen die zich in 1988 op Schiphol bevond vol trots heb verteld dat ‘mijn papa in die SAS zat(!!)’. Toen hij thuiskwam bracht hij een typisch Zweeds beschilderd rood paardje voor me mee. Ik vond het prachtig.

En op een zeker moment kreeg ik de leeftijd dat ik Zweedse detectives ging kijken. Dat ik de taal niet kon ontrafelen en ze over eindeloze, duistere dennenweggetjes reden op zoek naar boeven maakte het allemaal nog mysterieuzer. Tel daar dé brug, de talloze stille stranden en kaneelbroodjes bij op en u snapt het; ik was om.

Dit jaar was het dan eindelijk zover. Na flink wat pogingen kreeg ik manlief overtuigd. Hij had namelijk twijfels m.b.t. de likebility van Scandinavië. Met name het klimaat zat hem dwars. Zou een vakantie in de regen met een peuter niet uitlopen op een groot drama inclusief veel pruillippen en gezeur!? Boy, could he be more wrong. Of beter gezegd, wat een uitmuntende timing van uw blogster om juist dít jaar naar Denemarken en Zweden af te reizen *klopt zichzelf op de schouder*.

Dus daar gingen we. Na een aantal zeer aangename tussenstops in Denemarken, lonkte de overkant. Alleen gaf de Sunrise wat tegengas. Of nou ja eigenlijk gaf hij helemaal geen gas. Het starten van de motor was weer ouderwets moeizaam, vooral als hij heet was. En het was dus sowieso nogal heet, ziet u. 
Om de motor én het stressgehalte van mijn man te sparen besloten we daarom een stuk zuidelijker over te varen dan het oorspronkelijke plan, maar alsnog; eindelijk naar Zweden! 

Een paar dagen voor de overtocht zoek ik in mijn portemonnee naar de ID kaart van onze kleine jongen. Nergens te bekennen. Voor de zekerheid kijk daarna nog ongeveer 85 x in de portomonnee,  doorzoek ik al onze tassen en zet ik de gehele camper inhoud op zijn kop. Geen.spoor.van.het.pasje. Ik begin (nog meer) te zweten….
Voorzichtig typ ik in op Google: Paspoort controle veerboot Zweden. Steeds diezelfde zin: ‘Alle kinderen dienen over een eigen identiteisbewijs te beschikken.’
Een misselijkheid gevoel borrelt op. De boottickets zijn al in huis. En nu!!??

We besluiten het er maar op te wagen, we hebben immers weinig te verliezen. 'S ochtends vroeg rijden we naar de afvaarplek, met het gevoel dat we ernstige criminelen zijn.
In mijn hoofd zie ik mijn jeugddroom in duigen vallen en forseer de gedachte dat alleen Denemarken ook echt wel prima is (not!)…
Daar staan we dan, in de rij bij de paspoort controle. Zenuwachtig vraag ik aan echtgenoot of de mevrouw in het hokje er een beetje aardig uitziet. Dan zijn wij aan de beurt. Echtgenoot overhandigt onze paspoorten en begint een nerveus gebrabbel over dat we zijn kaart zijn verloren, maar wel een verzekeringsbewijs hebben.
Ik voeg er nog heel wanhopig aan toe dat het echt onze zoon betreft. En alsof hij het snapt geeft kleine David haar zijn allerzoetste glimlach.

De vrouw kijkt ons lacherig aan, laat een kleine stilte vallen en zegt: ‘Als jullie de ID kaart kwijt zijn jullie zoon, dan is dat jullie probleem. Welkom bij Stena line en goede reis!’
We kijken elkaar nog een poosje verbouwereerd aan, dan parkeren we de camper in de rij de voor de boot en trakteren onszelf op de aller -allergrootste ijsco die we kunnen vinden.

Skål!