Zweden. Al sinds mijn
jeugd spreekt dit land tot mijn verbeelding. Natúúrlijk omdat ik in de
veronderstelling was dat er daar meisjes woonden die paarden op konden tillen en
zichzelf konden toespreken dat ze nu toch echt moesten gaan slapen (met hun
voeten op het kussen).
Maar niet alléén Pippi lag aan de basis van mijn fascinatie.
Maar niet alléén Pippi lag aan de basis van mijn fascinatie.
Mijn vader moest voor
zijn werk namelijk een aantal keer naar Stockholm. Hij vertelde dat het daar zo modern
was en dat iedereen daar zo goed Engels sprak. Hij vloog met SAS (Scandinavian Airlines). Dat schijn ik zo fascinerend te hebben
gevonden dat ik aan iedereen die zich in 1988 op Schiphol bevond vol trots heb verteld
dat ‘mijn papa in die SAS zat(!!)’. Toen hij thuiskwam bracht hij een typisch
Zweeds beschilderd rood paardje voor me mee. Ik vond het prachtig.
En op een zeker moment kreeg ik
de leeftijd dat ik Zweedse detectives ging kijken. Dat ik de taal niet kon ontrafelen
en ze over eindeloze, duistere dennenweggetjes reden op zoek naar boeven maakte
het allemaal nog mysterieuzer. Tel daar dé brug, de talloze stille stranden en
kaneelbroodjes bij op en u snapt het; ik was om.
Dit jaar was het dan
eindelijk zover. Na flink wat pogingen kreeg ik manlief overtuigd. Hij had namelijk
twijfels m.b.t. de likebility van Scandinavië. Met name het klimaat zat hem
dwars. Zou een vakantie in de regen met een peuter niet uitlopen op een groot
drama inclusief veel pruillippen en gezeur!? Boy, could he be more wrong. Of beter
gezegd, wat een uitmuntende timing van uw blogster om juist dít jaar naar Denemarken
en Zweden af te reizen *klopt zichzelf op de schouder*.
Dus daar gingen we. Na een
aantal zeer aangename tussenstops in Denemarken, lonkte de overkant. Alleen gaf de
Sunrise wat tegengas. Of nou ja eigenlijk gaf hij helemaal geen gas. Het starten van
de motor was weer ouderwets moeizaam, vooral als hij heet was. En het was dus sowieso
nogal heet, ziet u.
Om de motor én het stressgehalte van mijn man te sparen besloten we daarom een
stuk zuidelijker over te varen dan het oorspronkelijke plan, maar alsnog; eindelijk
naar Zweden!
Een paar dagen voor de overtocht zoek ik in mijn portemonnee naar de ID kaart van onze kleine jongen. Nergens te bekennen. Voor de zekerheid kijk daarna nog ongeveer 85 x in de portomonnee, doorzoek ik al onze tassen en zet ik de gehele camper inhoud op zijn kop. Geen.spoor.van.het.pasje. Ik begin (nog meer) te zweten….
Voorzichtig typ ik in op Google: Paspoort controle veerboot Zweden. Steeds diezelfde zin: ‘Alle kinderen dienen over een eigen identiteisbewijs te beschikken.’
Een misselijkheid gevoel borrelt op. De boottickets zijn al in huis. En nu!!??
We besluiten het er maar op
te wagen, we hebben immers weinig te verliezen. 'S ochtends vroeg rijden we naar
de afvaarplek, met het gevoel dat we ernstige criminelen zijn.
In mijn hoofd zie ik mijn jeugddroom in duigen vallen en forseer de gedachte dat alleen Denemarken ook echt wel prima is (not!)…
Daar staan we dan, in de rij bij de paspoort controle. Zenuwachtig vraag ik aan echtgenoot of de mevrouw in het hokje er een beetje aardig uitziet. Dan zijn wij aan de beurt. Echtgenoot overhandigt onze paspoorten en begint een nerveus gebrabbel over dat we zijn kaart zijn verloren, maar wel een verzekeringsbewijs hebben.
Ik voeg er nog heel wanhopig aan toe dat het echt onze zoon betreft. En alsof hij het snapt geeft kleine David haar zijn allerzoetste glimlach.
De vrouw kijkt ons lacherig aan, laat een kleine stilte vallen en zegt: ‘Als jullie de ID kaart kwijt zijn jullie zoon, dan is dat jullie probleem. Welkom bij Stena line en goede reis!’
In mijn hoofd zie ik mijn jeugddroom in duigen vallen en forseer de gedachte dat alleen Denemarken ook echt wel prima is (not!)…
Daar staan we dan, in de rij bij de paspoort controle. Zenuwachtig vraag ik aan echtgenoot of de mevrouw in het hokje er een beetje aardig uitziet. Dan zijn wij aan de beurt. Echtgenoot overhandigt onze paspoorten en begint een nerveus gebrabbel over dat we zijn kaart zijn verloren, maar wel een verzekeringsbewijs hebben.
Ik voeg er nog heel wanhopig aan toe dat het echt onze zoon betreft. En alsof hij het snapt geeft kleine David haar zijn allerzoetste glimlach.
De vrouw kijkt ons lacherig aan, laat een kleine stilte vallen en zegt: ‘Als jullie de ID kaart kwijt zijn jullie zoon, dan is dat jullie probleem. Welkom bij Stena line en goede reis!’
We kijken elkaar nog een
poosje verbouwereerd aan, dan parkeren we de camper in de rij de voor de boot
en trakteren onszelf op de aller -allergrootste ijsco die we kunnen vinden.
Skål!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Je kunt nu reageren zonder account