zondag 4 september 2016

3 hollandezen en een contra-bus


De motor ronkt. Soms een kleine pruttel. Daar is ie dan. De Hoeffalize camingheuvel.
De spanning van een wielrenner onder aan de Ventoux. Hoe zal de beklimming gaan, gaan we het wel redden? Hoeven we niet te worden geduwd?
2 jaar geleden kwamen we hier amper naar boven. Wat een zegenrit naar huis had moeten worden, draaide uit in hangende kopjes en een sleepauto. Dit keer willen we het anders. Met opgeheven hoofden en op eigen kracht.

Daar gaan we. Alsof het niets is, alsof we niet ooit een volledig team mannen nodig hadden om boven aan te komen, schiet de Sunrise omhoog. Boven gooien we nog even een nonchalante hand omhoog naar de campingbar en weg zijn we. Dahaaaag vakantie!

Inmiddels rijden we een trotse 90 km per uur op de snelweg. Tijd om terug blikken op de afgelopen 3 weken vacance avec le Sunrise. We waren in Frankrijk. Zuid Frankrijk zelfs. We waren in plaats van met 2 met 3. Het was geen dag onder de 30 graden. Het was heet, het was goed.

Een paar kleine uitdagen horen erbij. De eerste uitdaging diende zich wel iets sneller aan dan gehoopt.
Net in Antwerpen, nog geen 1,5 uur onderweg. Een kleine misser op de navigatie, dus we worden de stad ingestuurd. Daar staan we voor een stoplicht. Ronk, ronk, puf, zucht en dan een stilte. Motor is afgeslagen. Opnieuw starten wil niet. Geen eens een klein protestgeluidje bij het omdraaien van de sleutel. Hij doet echt nul, niks, nada.
Achter ons vormt zich een rij geïrriteerde en claxonnerende Belgen. Amai, ge staat hier gevaarlijk.
‘We moeten een stukje duwen.’ zegt manlief, alsof t niks is. Alsof de camper niet 2,5 ton weegt.
‘Maar, ik heb Schiphol-armen’ stamel ik nog. We hebben geen keus. Slappe lach maakt zich van me meester en we weten dankzij de goed ontwikkelde biceps van mijn man en mijn slappe armen maar volledige toewijding, de camper toch naar een veiliger plaatsje te duwen. Das pas amai.
De problemen vallen mee, Robert heeft zich ontwikkeld tot amateur monteur en stelt een snel-diagnose (kapot-knipperlicht zorg voor problemen met startmotor) en weet het ook nog binnen 40 min te fixen.

De tweede uitdaging vond plaats op terugweg. Wederom geen zin om te starten, maar dit keer een eenvoudiger probleem en een beter plekje, dus met een paar keer vloeken en 2 zwarte handen rijden we weer weg. Hartje die man.

Hij heeft namelijk ook nog een geniaal vouwbed in elkaar geknutseld onder tijdsdruk in de weken voorafgaand aan de vakantie. Bestemd voor ‘de derde man aan boord’ (le bèbè), die deze vakantie voor het eerst meereist in zijn zitje op de motorkap. We hebben van te voren geoefend. We kozen de koudste pinksternacht sinds tijden uit om te ‘baby-camper’ testen. ‘T kind vindt het net zo fijn als zijn papa en mama. Lekker slapen op een ronkende motor en je vader en moeder altijd dichtbij. Niks staat ons in de weg om een heerlijke vakantie te hebben met zijn 3-tjes. Om meerdere redenen hebben we hier zo naar uitgekeken. En zo geschiedde het.

De grootste uitdagingen waren namelijk verder. Nemen we witte of rode wijn. Gaan we naar het riviertje of naar het zwembad? Wandelen of fietsen? Koken we zelf of gaan we uit eten? Je kent het wel, van die lastige vraagstukken.

Onderweg hebben we weer vol enthousiasme naar andere campers gezwaaid, leuke mensen ontmoet en weer trots de camper aan hen geshowd, maar de echte show-steler bleek toch dat kleine blonde mannetje. En terecht.

Als zijn komst voorspoediger was gegaan, hadden wij geen Sunrise. Nu konden we met de Sunrise én hem naar de Ardèche, waar de wortels liggen van onze relatie. De cirkel was rond. Zo trots als een aap met 7 lullen.

En dan nu weer terug naar de realiteit van huis en dagelijkse beslommeringen, dromend van een volgend avontuur.
Oh en mocht je je afvragen waarom het zo stil is op dit blog. Zie mijn andere blog (mamaahh); iets met de Factor Tijd.
 
Toedeledokie!